Movimento dell'Mondo

Zomaar een dag

We zijn in Ubud, de culturele hoofdstad van Bali.

Twee dagen sliepen we bij Raka in ‘Raka’s House’. Een vriendelijke oude man die een losmen (een gastenverblijf bij iemand thuis) uitbaat in het centrum van Ubud. Spijtig genoeg was Raka fan van zangvogels en dus hebben we tijdens de tweede ochtend om 5:20 beslist om een rustiger verblijf te zoeken.

We verblijven nu in een hotel in Penastanan, een buitenwijk van Ubud.
We worden wakker om 8 uur. We starten de dag met een uurtje yoga onder een prieel bij het zwembad. Tot vorige week hadden we Marion die ons elke ochtend hielp om ons lichaam wakker te maken. Nu moeten we in ons geheugen graven voor de juiste uitvoering van de oefeningen. Ik hoop dat we thuis de gewoonte kunnen vasthouden om ’s ochtends yoga te doen. Ik kan het iedereen aanraden.
We ontbijten en nadien trakteren we onszelf op een Traditional Balinese Massage aan de overkant van de straat. Die zou ik ook wel als dagelijkse gewoonte willen, al vrees ik dat dat niet haalbaar is. Hmmmm, …. spijtig.
Rond een uur of één zijn we gedoucht en klaar om op wandel te gaan. We vertrekken om iets te gaan eten in de Yoga Barn. Een plek met een Veggie/Rawfood keuken en daarnaast ook veel workshops en lessen.
Onderweg stoppen we in een klein restaurant waar ze Balinese kooklessen geven. We zouden dit graag willen doen maar het Engels klinkt niet heel goed en de prijs blijft te hoog voor ons budget. We gaan weer verder.
Het is voorbij drie uur als we uitgehongerd aankomen in Yoga Barn. Het blijkt er vooral vol te zitten met Westerse expats die wat mij betreft meer bezig zijn met hun yoga kledij dan met yoga zelf. Het voelt voor mij meer een etikette die iemand zich aanmeet dan een manier om jezelf beter te leren kennen.
Misschien ben ik niet veel beter trouwens, met mijn mening over hen …
We lopen na het eten naar Monkey Forest. Een tropisch woud midden in Ubud, bewoond door apen, dat voor de Balinezen een heilig woud is.
Ik besef opnieuw hoeveel rust ik krijg van ruwe natuur. Midden in het bos, over en rond een riviertje staat een loeier van een boom. Het lijken wel verschillende bomen die in en rond elkaar gevlochten werden. Ik vraag me af of ik nu naar een tak of een wortel aan het kijken ben. Bij zo een schouwspel word ik stil … wordt mijn hoofd stil.
Nadat een laatste aapje, ze zijn zo schattig, me met ontblootte tanden probeert te overtuigen dat hij me wil helpen om mijn drankfles te dragen, gaan we verder op stap. Naar het schijnt ben ik zelf ook schattig als ik van aapjes wegloop maar ik snap die opmerking niet helemaal goed…
We stappen naar het noorden want we willen vanavond naar Balinese dansvoorstelling, al onze derde in Ubud.
Deze was me in België aangeraden door een Japanse danser die een tijdje op Bali woonde. Het valt me op dat de voorstelling zeer gelijkaardig is aan die van de dag voordien. In Bali is er weinig ruimte voor zelf-expressie. Voor mij zijn dans en theater een vorm van communicatie en expressie. Hier is de kunst om identiek te kopiëren, niet om te creëren.
Na de voorstelling, het is alweer negen uur gaan we nog een hapje eten en beginnen we aan de wandeling naar huis. Sinds we in Penastanan  slapen neemt ook die nog drie kwartier en een dozijn afwijzingen op de vraag “Yes, Taxi Mister? … ” in beslag.
Terug op hotel val ik uitgeput in slaap, het was zeker niet ‘zomaar’ een dag …

Dat was alweer twee dagen terug. Terwijl ik dit schrijf slingert onze boot heen en weer over open water. Beetje bij beetje verdwijnt Bali achter ons en doemt de Mount Rinjani op Lombok voor ons op. Binnen een paar dagen zullen we vulkaan Rinjani bedwingen, …. of is het omgekeerd?

image

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *