Dit jaar brengen we weinig tijd door in België. Slechts vier weken in mei en drie weken in augustus. De weken vliegen voorbij. Onze agenda is dicht gebetonneerd.
We passen op 4 verschillende huizen en 6 verschillende poezen. We zoeken een nieuwe boekhouder. We geven yogales en trainingen. We richten een nieuwe vzw op. Ik help klanten in de schoenwinkel van ons mam. We gaan naar de huisdokter, dermatoloog, gyneacoloog en tandarts. We organiseren een teambuilding voor Muzische Workshops. We helpen mijn mama met verhuizen. Ik ga met mijn papa naar de dokter. We ontmoeten familie en vrienden voor ontbijt, lunch en/of dinner, …
Ik rep mezelf van hot naar her en probeer mezelf in duizend stukken te snijden. Tevergeefs… Ik heb het gevoel dat ik iedereen, mezelf incluis tekort doe. Het is onmogelijk om voor iedereen genoeg tijd vrij te maken. Het lukt niet om mijn moeder afdoende te helpen bij haar verhuis. Ik kan niet bij elke doktersafspraak van mijn papa aanwezig te zijn. Ik zie de teleurstelling als ik mijn meter zeg dat het bij dit ene bezoek blijft. Een verjaardagsfeest in de schoonfamilie lukt net, maar ‘one on one time’ zit er amper in. Sommige vrienden komen helemaal niet aan bod…
We doen een ultieme poging en nodigen iedereen tegelijk uit in Park Spoor Noord. Het wordt een gezellige bedoening met een tiental vrienden. Een concept dat we zeker nog herhalen.
Ik had veel zin in België, maar blijf achter met een wrang gevoel. Gelukkig kunnen we afscheid nemen met de woorden “Tot in mei 2018!”. Volgend jaar blijven we zeker twee maanden in België.
Hopelijk kunnen we voor iedereen, inclusief onszelf voldoende tijd vrijmaken. Tot dan, lieve vrienden!