Movimento dell'Mondo

Confituur

Een paar dagen terug, in Jodhpur, ontmoetten we Eve, ‘Eve from Greece’. Ann was met haar aan de praat geraakt en ze vertelde ons over een plek in de woestijn waar ze een week vrijwillig geholpen had: Karni Kingdom.
Het project is een guesthouse in opbouw, midden in de woestijn en dicht bij een lokaal dorpje. Met de opbrengst willen de eigenaars in de toekomst een schooltje starten voor de kinderen van het dorp. Alle hulp is welkom en Eve spreekt vol liefde en lof over de plek.
In Jaisalmer, de woestijnstad, spreken we af in het Desert Hotel met Sawai. Hij zal ons helpen in Karni Kingdom te geraken. Al snel komt de vraag: “Waarmee kan je ons helpen?”. Dit is de tweede keer dat ik met deze vraag geconfronteerd wordt en dat ik er een beetje met mijn mond vol tanden bij sta.

De eerste keer was toen we van zin waren om als vrijwilliger naar Nepal te trekken. Een project voor de kinderen uitwerken zag ik niet als een probleem. Op een moment ging het ook over de ouders. Als job zoeken zij spullen op de vuilnisbelt om te verkopen en kunnen daar nipt van overleven.
“Wat zou je de ouders kunnen leren waarmee ze geld kunnen verdienen? Welk beroep kan jij hen aanleren?” Concrete dingen zoals haar kappen, metselen, naaien, …
Thuis zou ik die vraag altijd terug omdraaien. Ik zou het coachend benaderen en de persoon bevragen naar zijn passie, zijn dromen, welke kwaliteiten hij heeft of wat zijn doel in het leven is?
Als elke vorm van luxe afwezig is en de basisbehoeften de uitdaging zijn kom je natuurlijk in een nieuwe realiteit. Dan heb je nood aan iets waarmee je één op één centen kan verdienen, niet aan zelfverwezelijking.

De omstandigheden zijn nu wel wat anders dus we besluiten richting Karni Kingdom te trekken en bekijken daar waarmee we kunnen helpen. Indien niet kunnen we er gewoon verblijven in ruil voor een donatie. Dat betekent zoveel als betalen hoeveel je zelf wilt. De weg bestaat uit een bus en een autorit.
Van het hotel worden we naar de bushalte gebracht. En dan, kleine anekdote tussenin, vraagt de jongen die ons wegbrengt of we een zak jam kunnen meenemen. Zijn nonkel is die gisteren vergeten. We zeggen “ja”, maar … vijf minuten later zitten we in India op een bus richting Pakistaanse grens. Op de bus zit minstens een militair of vijf en in onze rugzak een plastic zakje met hopelijk alleen echte confituur. Elke reisgids zal je aanraden nooit pakjes van vreemden mee te nemen. Ik moet toegeven dat het me nogal wat spanning opleverde.
Intussen heb ik zelf al een paar keer kunnen genieten van jam op mijn toast dus tja, … Ik weet nog steeds niet of ik de volgende keer het zakje wel of niet zou aannemen. 🙂

Terug naar Karni Kingdom. De plek is veel meer dan wat ze belooft. Niet alleen de woestijnomgeving heeft een hoop te bieden maar ook de mensen die we er vinden.
Een Italiaan van 24, Nick, die al drie jaar de wereld rondtrekt. Doordat hij onderweg werkt staat zijn bankrekening nog steeds break-even. Hij is een metser en helpt al 25 dagen voor kost en inwoon om terrassen aan de vijf hutten te bouwen. Een hele dag lang danst en zingt hij terwijl hij de muren met een koeienstront mengsel bepleisterd.
Sanga is de bedenker van het project. Hij werd geboren in Pakistan als Hindu. Door de oorlog tussen India en Pakistan werd hij door India opgezogen in de jaren 70. Er werd hem en zijn familie een stuk woestijngrond toegewezen om op te leven. Zonder water en zonder mogelijkheden. Toeval wil dat hij nog een tijdje in België gewoond heeft. Een man met een gouden hart voor wie niets te veel is.
De plek zelf is perfect om het simpele Indiase leven in de woestijn te doorleven. Je bed is een grote bak zand met een dunne matras. Wassen doe je met een emmer water die je zelf uit de put gaat scheppen. Drie maal per dag krijgen we rijkelijke hoeveelheden eten die met beperkte middelen op een zelf ontworpen fornuisje bereid worden. Als er nog toast is kan je bij vragen en worden er met plezier twee in het vuur geroosterd. Als hij op is, is hij op. We zijn in de woestijn.
“We don’t have much but take as much as you want”
Ik kan nog wel een uurtje verder vertellen over onze belevenissen, over de wandeling naar de zandduinen, ons bezoek aan het dorp, de zonsondergang en de opkomst van de maan, over de sterrenhemel en over de zelfgestookte fles whiskey die we de laatste avond voor luttele 100 roepies konden kopen. Ergens moet ik stoppen.

Hebben we kunnen helpen? De eerste dag ging ik nog op zoek. Ik kwam niet verder dan de droge woestijnplanten water geven. En ik meen wat ik nu zeg, ik heb planten water geven nog nooit zo zinvol gevonden. Misschien moet ik het soms ook niet te ver en te groot zoeken als mensen me vragen waarmee ik kan helpen.
Verder was het geld en de bouwmaterialen zo goed als op. Veel werk was er niet meer voor ons. Wat ze nodig hebben is geld of klanten. Dat is dan ook wat we gedaan hebben. Met veel respect van het kleine koninkrijk genieten en een bescheiden doch rijkelijke donatie achterlaten.
Dankjewel Karni Kingdom.

foto 2 foto 1 IMG_3155 IMG_3147 IMG_3137 IMG_3125 IMG_3108 IMG_3100 IMG_3089 IMG_3084 IMG_3078 IMG_3076 IMG_3124

Een gedachte aan “Confituur

  1. Tanja

    An, Manu, jullie zien er al wat anders uit, wijzer! Geniet van dit leven. Ik geniet mee via jullie verhalen, voorlopig nog alleen vanop afstand, maar wie weet wat de toekomst brengt…xxx

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *