Onze reis gaat van Asuncion richting San Bernardino. Volgens de Lonely Planet van Paraguay vertrekken er om het uur bussen en duurt de rit ongeveer anderhalf uur.
Het lijkt een makkelijke en korte verplaatsing, dus doen we het ’s ochtends rustig aan. We nemen de tijd voor yoga, een lekker ontbijt en checken onze mail nog even. Om 11u00 vertrekken we. Ik hoop tegen 14u in het zwembad van ons hotel te liggen.
Het busstation ligt op 5 kilometer van ons appartement. We nemen een stadsbus om ernaar toe te gaan. Onderweg vraag ik me af of we hadden moeten wandelen, het verkeer in Asuncion staat muurvast.
Eenmaal in het busstation gaan we op zoek naar de bus richting San Bernardino. We spreken verschillende mensen aan. Ondanks mijn waarschuwing “habla un poco espanol, por favor, mas despacio’, krijgen we een geratel van Spaans en Guarani over ons heen. Na drie kwartier hebben we eindelijk door wat ons te doen staat. De rechtstreeks bus bestaat niet meer. We moeten een paar dorpen verder overstappen.
Ik zweet me te pletter. Er is geen airco op deze bussen.
We stoppen om de 5 meter om mensen te laten op en afstappen. Er zijn geen vaste haltes.
Er is weinig plek. Iedereen struikelt over onze grote backpacks.
Mijn kont wordt blauw van de harde zitjes, maar ik ben allang blij dat ik wel kan zitten.
Uiteindelijk arriveren we na 16u bekaf in ons hotel. We hebben meer dan 5 uur gedaan over een afstand van 50 kilometer.
Het is lang geleden dat we op deze manier hebben gereisd. Tot nu toe was Zuid-Amerika heel duidelijk gedocumenteerd, zaten we altijd op airco bussen en hebben we amper vertragingen gekend.
Het doet mij denken aan onze eerste ervaringen in India en Nepal. Daar was het standaard om bezweet op veel te kleine bussen geduld te oefenen. Toen kozen we steevast voor de goedkoopste optie. Geen haar op mijn hoofd dat er aan dacht om meer te betalen voor een ‘sneldienst’ of ‘airco’! Het motto was “Tijd hebben we, geld niet.” Hoe minder geld we uitgaven, hoe langer we van ons spaargeld konden reizen. We vonden het niet erg om lang op een bus of trein te zitten zonder comfort. We hadden toch niets beters te doen. Op zulke bussen was er altijd veel animo en stiekem vond ik het ook kicken om voor belachelijk weinig roepies een half land te doorkruisen.
Nu is de motto gekeerd. “Geld hebben we, tijd niet.” We werken veel tijdens het reizen. Het voelt alsof er altijd tijd te kort is. Dat harde werken vertaalt zich in een inkomen. Vandaag geven we dus liever meer geld uit aan een sneldienst en airco. De animo hoeft voor mij ook niet steeds. Ik heb het intussen wel gehad met mensen die plastiek uit ramen gooien, kinderen op mijn schoot zetten of honderden verkopers die je iets proberen aan te smeren op de bus.
Ik schrijf dit artikel op onze volgende bus, richting Encarnacion. We betaalden ditmaal wat meer voor de sneldienst. Dat geld leg ik graag op tafel voor de rust, de airco, de Wifi, het koekje en de cola die daar mee gepaard gaan!